Snel antwoord op je vragen
Faunabeheereenheid
Noord-Holland
Home > Over faunabeheer > Jacht en schadebestrijding in Nederland
Schadebestrijding is het voorkomen van maatschappelijke schade door wilde dieren. Als wilde dieren schade aanrichten – denk aan landbouwschade, verkeersonveiligheid en schade aan de natuur – dan kan het nodig zijn om in te grijpen. Eerst kunnen preventieve maatregelen worden ingezet, zoals het verjagen van dieren of het plaatsen van hekken. Heeft preventie onvoldoende effect, dan komt – onder strikte voorwaarden – afschot in beeld. Dat mag alleen worden gedaan door schadebestrijders (jagers) met een jachtakte.
Jagen is het doden van dieren voor benutting, dus om ze op te eten. Mensen met een jachtakte kunnen in een bepaalde periode, het jachtseizoen, een aantal soorten bejagen: fazant, konijn, houtduif, haas en wilde eend. Meer informatie over de jacht lees je op de website van de KNJV en de NOJG.
Jagers hebben daarnaast een belangrijke rol in het bestrijden van schade door wilde dieren op landbouwpercelen. In opdracht van agrariërs plaatsen ze bijvoorbeeld werende netten of rasters en helpen bij het verjagen van wilde dieren. Pas als deze preventieve maatregelen onvoldoende effect hebben, komt afschot in beeld.
Jagers zijn georganiseerd in lokale wildbeheereenheden, die de uitvoering van de schadebestrijding coördineren, in samenspraak met de FBE, op basis van een faunabeheerplan.
Een faunabeheerplan wordt opgesteld door de FBE. De faunabeheerplannen van de FBE Noord-Holland hebben als doel om schade (aan landbouw, flora en fauna) en risico’s (voor vliegveiligheid en volksgezondheid) te voorkomen. De Minister van Landbouw, Visserij en Voedselzekerheid en Natuur neemt besluiten over de jacht.
Alle gedode dieren en behandelde nesten moeten worden geregistreerd in FaunaSpot. Daarnaast worden ook de populaties ganzen, reeën en damherten geteld. De Faunabeheereenheid Noord-Holland maakt ieder jaar een rapportage van deze cijfers. Deze gegevens worden bijvoorbeeld gebruikt om te controleren of het goed blijft gaan met soorten, of het beleid effect heeft en voor het maken van nieuwe faunabeheerplannen.