Snel antwoord op je vragen
Faunabeheereenheid
Noord-Holland
Het faunabeheerplan is een dik pakket, is er ook een samenvatting?
Ganzen zijn bij wet beschermde dieren en mogen alleen bij uitzondering worden verstoord of gedood. Het faunabeheerplan Ganzen is daarom ontwikkeld met een goed gefundeerde gegevensbasis, en het maatregelenpakket is uitvoerig toegelicht. We hebben wel een korte samenvatting gemaakt van de belangrijkste punten. Wil je meer van de achtergronden weten, kijk dan in de gegevensbasis.
Niet alleen ganzen veroorzaken schade. Welke factoren spelen nog meer mee?
Meer ganzen betekent meer schade. Duizend ganzen eten nu eenmaal meer dan één gans. Maar 50% minder ganzen betekent niet 50% minder schade. Hoe dat zit? Klik op de bijlage voor uitleg.
De populatie grauwe ganzen is nog steeds te groot. Hoe kan die wél verkleind worden?
In Noord-Holland worden verreweg de meeste schade (natuur en landbouw) en risico’s (vliegveiligheid) veroorzaakt door standganzen van de grauwe gans, die hier jaarrond in grote aantallen verblijven. Ondanks de inzet in de afgelopen beheerperiode is het aantal grauwe standganzen niet afgenomen. Daarom is een meer effectieve aanpak nodig. Dat betekent meer capaciteit en inzet van de juiste middelen op het juiste moment: koppel- en broedparenafschot en ruivangsten in het voorjaar, aangevuld met voorjaars- en zomerafschot. Klik op de bijlage voor uitleg.
Waarom is afschot van koppels- en broedparen zo effectief?
Afschot van koppels- en broedparen is de meest effectieve manier om een ganzenpopulatie te verkleinen Immers: er worden volwassen ganzen gedood én er komt geen nieuwe aanwas bij. Zodra de eieren uitkomen, worden de ganzen niet meer geschoten. Meer weten? Klik op de bijlage voor uitleg.
Waarom verjagen we de ganzen niet gewoon?
Met verjagen worden ganzen alleen verplaatst. Ze vliegen dan meestal naar een ander agrarisch perceel in de buurt, waar vervolgens ook schade ontstaat. Als ganzen op deze manier van hot naar her worden verjaagd, verliezen ze veel energie. Die energie moet dan weer worden aangevuld door meer te eten. Daardoor ontstaat dus uiteindelijk méér schade. Uit onderzoek blijkt dat verjagen alleen bijdraagt aan het verminderen van schade wanneer dat gecoördineerd gebeurt, zodat de ganzen richting een aantrekkelijk opvanggebied in de buurt worden gestuurd waar ze wel mogen eten. Meer weten? Klik op de bijlage voor uitleg.
Waarom is nestbehandeling niet effectief voor populatiereductie?
Bij nestbehandeling (of: legselbehandeling) worden de ganzeneieren in een nest geprikt of met olie ingesmeerd. Hierdoor komen ze niet uit. Soms worden de eieren ook uit het nest weggehaald en meegenomen. Maar omdat er vrijwel altijd nesten zijn die niet worden gevonden, komen er toch eieren uit. Die kuikens hebben veel minder concurrentie, waardoor uiteindelijk evenveel kuikens vliegvlug worden. Alleen in uitzonderlijke situaties kan nestbehandeling helpen om lokaal overlast en schade te beperken. Meer weten? Klik op de bijlage voor uitleg.
Waarom mag er in de winter geen populatiereductie plaatsvinden?
Ganzen zijn beschermde dieren. Alleen wanneer andere maatregelen onvoldoende effect hebben en er sprake is van belangrijke schade of risico’s, mag je ganzen beheren (verjagen, nesten behandelen of doden). De wet heeft hiervoor duidelijke kaders, waar afschot in de winter vooralsnog niet in past. Hoe zit dat precies? Klik op de bijlage voor uitleg.
Hoe wordt de vliegveiligheid rondom Schiphol verbeterd met ganzenbeheer?
Schiphol zorgt dat de percelen rondom het vliegveld zo min mogelijk aantrekkelijk zijn voor ganzen. De overheden (rijk, provincie en gemeenten) kunnen er ook voor zorgen dat het landschap onaantrekkelijk is. En agrariërs kunnen gewassen telen die ganzen niet lekker vinden. Als die maatregelen onvoldoende helpen, kan faunabeheer worden ingezet. De afgelopen beheerperiode is het aantal (vooral grauwe) ganzen rondom Schiphol toegenomen, in plaats van afgenomen. Dat vraagt dus een andere aanpak. Hoe ziet die aanpak eruit? Klik op de bijlage voor uitleg.
Soms vliegen ganzen rond met hagel in hun lijf. Wat doet de FBE daar aan?
Aanschot van ganzen noemen we ‘crippling’ en is uiteraard ongewenst. Daarom neemt de FBE Noord-Holland het initiatief om een speciale opleiding te ontwikkelen, naar voorbeeld van een succesvolle aanpak in Denemarken. Meer weten? Klik op de bijlage voor uitleg.
Hoe kan ganzenvlees worden opgenomen in de voedselketen?
Jaarlijks worden tienduizenden ganzen gedood. Het overgrote deel daarvan wordt vernietigd. Zonde! Daarom doet de FBE Noord-Holland onderzoek naar de verwaarding (benutting) van gedode ganzen, en helpt ze mee om praktische belemmeringen op te lossen.
Er wordt bij mij in de buurt gejaagd. Mag dat eigenlijk wel?
In Noord-Holland kunt u tijdens een wandeling een jager tegenkomen, ook in een natuurgebied. Deze jagers dragen bij aan het voorkomen van overlast en schade door wilde dieren (zoals ganzen) en aan het bestrijden van dieren die een bedreiging zijn voor de biodiversiteit, zoals de rosse stekelstaart (exoot).
Wat doet een jager?
Het werk van de jager bestaat uit verschillende activiteiten, die allemaal bijdragen aan het voorkomen van overlast door wilde dieren. Hij kan werende middelen inzetten, zoals het plaatsten van rasters of schriklinten. Ook kan hij dieren verjagen, bijvoorbeeld door het geluid van een roofvogel na te bootsen, met honden of met een knalapparaat. Dit doet hij vaak samen met de agrariër. Als het niet anders kan, zet hij afschot in. Hiervoor gelden strenge regels, waaronder het hebben van een jachtakte.
Ik zie iemand met een geweer, kan dat?
Ja, dat kan. Hij of zij is aan het jagen. Jagen gebeurt om twee redenen, namelijk schadebestrijding of benutting. Benutting noemen we jacht. Schadebestrijding is het voorkomen van maatschappelijke schade door wilde dieren.
Lees meer: Jacht en schadebestrijding in Nederland
Ik heb overlast van wilde dieren, wat kan ik doen?
Dieren die overlast veroorzaken, zoals geluidsoverlast of vervuiling door uitwerpselen, mogen niet zomaar verjaagd of gedood worden.
Bij ernstige overlast binnen de bebouwde kom kunt u contact opnemen met de gemeente. Buiten de bebouwde kom kunt u contact opnemen met de Omgevingsdienst Noord-Holland. Deze beoordeelt de situatie en de overlast. Zij besluiten of het nodig is een ontheffing uit te geven om de overlast op een andere manier tegen te gaan.
Ik heb schade door wilde dieren, wat nu?
Wilde dieren zijn niet altijd overal welkom. Als ganzen bloemkolen opeten, of vossen eieren roven in een weidevogelgebied, kan er schade ontstaan. Er zijn verschillende mogelijkheden om schade te beperken of te voorkomen.
Welke dat zijn lees je hier: Ik heb schade door wilde dieren
Wat is een Natura 2000-gebied?
Natura-2000 is een netwerk van beschermde natuurgebieden in Europa. Voor ieder gebied zijn doelen opgesteld, de zogeheten instandshoudingsdoelstellingen. Die gaan bijvoorbeeld over het behouden van bepaalde planten, dieren of landschappen. Op de website van Natura 2000 staat meer over deze natuurgebieden.
Mag je jagen in een Natura 2000-gebied?
Voordat in een gebied dieren worden gedood, wordt er eerst een uitgebreid onderzoek uitgevoerd. Daarbij wordt onder meer gekeken naar de instandhoudingsdoelen van het gebied en in hoeverre de natuur wordt verstoord met faunabeheermaatregelen. Als uit het onderzoek blijkt dat het faunabeheer geen sterke negatieve effecten heeft, kan er soms een vergunning worden aangevraagd, of worden de resultaten verwerkt in het beheerplan voor dat gebied.
Wat is gecoördineerd beheer?
Ganzen maken onderdeel uit van de natuur en we willen ze daar graag houden. In de afgelopen jaren is het aantal ganzen echter zo sterk gegroeid dat er schade ontstaat aan de natuur en aan landbouwgewassen. Ter bescherming van broedvogels en kwetsbare vegetatie, en om schade aan landbouwgewassen te beperken, kan worden besloten het aantal ganzen te verminderen. We noemen dit ‘gecoördineerd beheer’. Deze uiterste maatregel wordt onder strikte voorwaarden uitgevoerd door (beroeps-) faunabeheerders van de FBE. Het voorkomen van onnodig dierenleed en verstoring van andere dieren staan daarbij voorop. Ook wordt gezocht naar afzetmogelijkheden voor het ganzenvlees, zodat dat goed benut wordt.
Lees meer over gecoördineerd beheer in “Gecoördineerd ganzenbeheer in natuurgebieden Texel”
Wat is de landelijke vrijstelling?
Het Ministerie van LVVN heeft bepaald dat er soorten zijn die in heel Nederland schade veroorzaken. Deze soorten staan op de landelijke vrijstellingslijst (art. 3.15 lid 1 Wnb juncto art. 3.1 Bnb). Deze lijst is per 1 januari 2024 komen te vervallen.
Soorten op deze lijst mochten op basis van de Wet natuurbescherming (Wnb) jaarrond gedood, gevangen of opzettelijk verstoord worden t.b.v. het bestrijden van schade aan gewassen, vee, bossen, visserijen/visgronden, wateren, flora en fauna.
Meer over de stand van zaken rondom de landelijke vrijstellingslijst lees je in Veelgestelde vragen vrijstellingslijst en Faunabeheerplan Algemene soorten.
Wat is de provinciale vrijstelling?
De Wet natuurbescherming (Wnb) biedt het provinciaal bestuur de mogelijkheid om bepaalde beschermde soorten te verstoren, te verjagen of af te schieten, wanneer die op provinciaal niveau belangrijke schade aanrichten (art 3.15 lid 3 Wnb).
Dat betekent dat de grondgebruiker (art. 3.15 lid 4 Wnb), of degene aan wie namens hem toestemming is verleend (d.m.v. een grondgebruikersverklaring aan nestbehandelaar of jager) (art. 3.15 lid 7 Wnb) ter voorkoming en bestrijding van belangrijke schade aan gewassen:
De provinciale vrijstellingen zijn opgenomen in de Omgevingsverordening van Noord-Holland.
Waarom mag in Noord-Holland geen gebruik worden gemaakt van de landelijke en de provinciale vrijstellingslijst?
Op 19 april 2023 deed de Raad van State in hoger beroep uitspraak over het faunabeheerplan Algemene soorten Noord-Holland. Het oordeel was dat er terecht bezwaar was gemaakt tegen dit faunabeheerplan omdat het was gebaseerd op de landelijke vrijstelling, die onvoldoende onderbouwd is door de minister. Omdat de vrijstellingslijst niet voldoet aan de wettelijke eisen, kan daar in een faunabeheerplan niet van worden uitgegaan.
Bovendien had de provincie niet aannemelijk gemaakt dat de genoemde soorten in de hele provincie gedurende het hele jaar belangrijke schade hadden aangericht. Anders gezegd: in het faunabeheerplan was onvoldoende onderbouwd waarom het noodzakelijk is gebruik te maken van de vrijstellingsregeling.
Ook was de inzet en werking van andere bevredigende oplossingen onvoldoende onderbouwd. En tot slot was onvoldoende onderbouwd dat afschot niet leidt tot verslechtering van de staat van instandhouding.
Lees meer over de consequenties van de uitspraak van de Raad van State in “Vrijstellingslijst en faunabeheerplan Algemene soorten. Veelgestelde vragen (update 17 juli 2024)”.
Waarom houdt de FBE Noord-Holland afschotgegevens bij?
Vanuit de Omgevingswet heeft de FBE een wettelijke taak in het verzamelen, verwerken en publiceren van afschotdata. Een jachtaktehouder is verplicht gedode dieren naar soort en aantal te registreren bij de FBE.
Betrouwbare data zijn het fundament onder ieder faunabeheerplan. Ze spelen namelijk een rol bij het per provincie waarborgen van een gunstige Staat van Instandhouding van de ganzenpopulaties. Ze bepalen hiermee tevens de ruimte voor schadebestrijding en
populatiereductie.
Ook worden de registraties gebruikt voor adaptief populatiemanagement, dat het uitgangspunt is van het internationale ganzenbeleid dat in AEWA-kader wordt uitgevoerd. In AEWA-verband heeft Nederland toegezegd uiterlijk in 2026 de registratie van afschotdata op orde te brengen en een systeem met gevalideerde data te ontwikkelen. Voor Noord-Holland is dat al geregeld met FaunaSpot.
Tot slot worden de registraties uit FaunaSpot door het Rijk gebruikt richting Europa ter verantwoording van het gevoerde beleid in Nederland, conform internationale afspraken.
Lees meer over de manier waarop afschotdata wordt geanalyseerd en ingezet in “Afschotanalyse FBE Noord-Holland 2023 | veelgestelde vragen (6 maart 2024)”.
Moet ik faunabeheer vooraf melden bij de Omgevingsdienst?
Bij het gebruikmaken van een provinciale vrijstelling of een ontheffing is de uitvoerder verplicht vooraf een melding te maken. Voor het doen van een melding is een formulier beschikbaar op de website van de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord. Na het invullen van dit formulier volgt een ontvangstbevestiging, zodat de melder ook tastbaar bewijs heeft van zijn melding.
Provinciale vrijstelling
Bij het gebruik maken van de Omgevingsverordening NH2022 (provinciale vrijstelling) is slechts eenmalig een zgn. ‘melding vooraf’ nodig. Deze melding blijft gedurende de hele schadegevoelige periode geldig. De bewaartermijn voor de verstrekte gegevens bij deze melding is een half jaar of zo lang de melding van toepassing is.
Ontheffing
Bij het gebruik maken van de door de FBE afgegeven machtiging, voor het gebruik maken van een aan de FBE afgegeven ontheffing, is het vereist om wekelijks vooraf te melden bij de Omgevingsdienst. Deze melding blijft geldig gedurende de week van uitvoering (maandag t/m zaterdag of zondag). De bewaartermijn voor de verstrekte gegevens bij deze melding is een week.
Wanneer moet ik beheermaatregelen rapporteren?
Op basis van de wettelijke verplichting (art. 3.13 lid 1 Wnb) dient de uitvoerder het aantal behandelde nesten en eieren en de jachtaktehouder het afschot te rapporteren aan de FBE. Dit geldt voor de jachtsoorten, de landelijke vrijstelling, de provinciale vrijstelling, de provinciale ontheffingen en de provinciale opdrachten. In Noord-Holland dient rapportage aan de FBE digitaal plaats te vinden via FaunaSpot, direct na de handeling. Dit is de enige manier waarop de FBE de rapportages verwerkt. Deze rapportages zijn van zeer groot belang voor de onderbouwing van de uitvoering en de transparantie van het handelen.
Meer informatie over het melden en rapporteren van beheeractiviteiten vind je in de Faunakalender.
Wat is een kwetsbaar gewas?
Volgens de Provincie is een kwetsbaar gewas de onder ‘landbouw’ en ‘vollegrondsgroenteteelt’ beschreven teelten, met uitzondering van niet-kwetsbare gewassen. Niet-kwetsbaar gewassen zijn weide-, hooi- of graszaadpercelen waarvan het grasgewas minimaal zes maanden oud is, en granen en graszaad vanaf afrijping (vanaf 1 juni).
Onder landbouw wordt verstaan: akkerbouw, weidebouw, veehouderij, pluimveehouderij, tuinbouw – daaronder begrepen fruitteelt en het kweken van bomen, bloemen en bloembollen – en elke andere vorm van bodemcultuur in Nederland. Vollegrondsgroenteteelt is de teelt in open grond van groentegewassen.
Twijfel je of een gewas onder kwetsbaar gewas valt? Neem dan contact op met de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord.
(bron: Omgevingsverordening NH2020)
Is beheer op de brandgans mogelijk?
Voor de brandgans geldt een provinciale vrijstelling. Deze vrijstelling mag gebruikt worden om brandganzen te verjagen, om zo lokaal schade te bestrijden. Ook mag de brandgans bestreden worden rondom Schiphol. De voorwaarden staan in de faunakalender.
Hoewel de brandgans is opgenomen in Besluit OD.357591, mag er geen populatiebeheer worden uitgevoerd. Dat betekent dat er geen koppelreductie, nestbehandeling of afschot mag worden uitgevoerd onder de voorwaarden die in het besluit genoemd worden. De populatie hoeft op dit moment niet verkleind te worden. In juli wordt de populatie geteld en zal de situatie opnieuw beoordeeld worden.
Wat zijn de gevolgen van de vogelgriep voor uitvoerders?
Afhankelijk van verschillende uitbraken kunnen de regels per gebied verschillen.
Op de websites rijksoverheid.nl en wur.nl staan updates en veelgestelde vragen.
Uitbraak van vogelgriep
Op rijksoverheid.nl kun je een kaart bekijken met de locaties en gebieden waar op dit moment maatregelen gelden. Zoek op postcode naar specifieke locaties. Deze kaart geeft ook de zones en gebieden aan waar tijdelijk extra maatregelen gelden.
Klik op de naam van het betreffende gebied. Daar staat alles wat je moet weten over o.a.:
Op rijksoverheid.nl vind je onder het kopje ‘Nieuws’ ook links naar de specifieke plaatsen waar vogelgriep is vastgesteld.
Je kunt je via rijksoverheid.nl abonneren op de nieuwsbrief t.a.v. de vogelgriep, zodat je direct op de hoogte bent van een eventuele nieuwe uitbraak in Noord-Holland. Wordt bij vogels van een hobbydierhouder vogelgriep vastgesteld? Dan lees je dat op de website van de NVWA.
Intrekking maatregelen van vogelgriep
Intrekking van de maatregelen van de vogelgriep verloopt via een Ministeriële Regeling, de zgn. ‘Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit tot intrekking van de Regeling maatregelen bewakingszone hoogpathogene vogelgriep’.
Die documenten staan op de website rijksoverheid.nl en kun je via een zoekopdracht vinden.
Intrekking van maatregelen vogelgriep wordt ook gepubliceerd in de Staatscourant, op de website Overheid.nl. Je kunt je via Overheid.nl abonneren op de Officiële bekendmakingen die voldoen aan je zoekvraag t.a.v. de vogelgriep, zodat je direct op de hoogte bent van een eventuele intrekking van de maatregelen.
Vragen over de uitbraak van vogelgriep
Bedrijven en particulieren zoals hobbyhouders kunnen vragen hebben over de uitbraak van vogelgriep. Voor informatie kunnen zij bellen met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). Het telefoonnummer is 088 042 42 42.
Tegemoetkoming schade
T.a.v. de tegemoetkoming schade voor grondgebruikers heeft BIJ12 aangegeven rekening te houden met hetgeen de Rijksoverheid hierover heeft bepaald. Voor meer informatie, neem contact op met BIJ12, afdeling Faunazaken, telefoonnummer 085 486 22 22.
Mag ik dieren verjagen door een schot te lossen?
Volgens de wet mag je niet zomaar een schot in de lucht lossen. Als je enkel dieren wil verjagen, kan dat met andere middelen, zoals honden of vogelafweerpistolen.
Wel mag je een aantal vogelsoorten verjagen door middel van verjaging met ondersteunend afschot. Een groep vogels wordt dan verjaagd door een of enkele dieren te schieten. Dit registreer je in FaunaSpot onder afschot. Het kan het natuurlijk voorkomen dat een schot mist. Als dit het geval is, kun je alsnog in FaunaSpot registreren. Kies dan bij de registratie Verjagen → schot gelost, geen dier gedood. Agrariërs kunnen deze registraties gebruiken bij een verzoek tot schadetegemoetkoming.