Henk van Wijk jaagt al meer dan 50 jaar. Voorheen had hij een grafisch bedrijf: een krant en een aantal magazines. Vanuit zijn vak heeft hij dus ervaring met digitalisering. Daarom was hij destijds blij met de introductie van FaunaSpot. “Direct in het veld je faunabeheermaatregelen inboeken, geen gedoe meer met papieren lijstjes, ideaal!”. Toen de FBE Noord-Holland hem vroeg of de WBE Texel mee wilde werken aan een test met Avimap, was hij gelijk enthousiast.

Eenvoudig en nauwkeurig

''Ganzen tellen zoals we dat tot nu toe deden, is ontzettend veel werk. Iedereen krijgt te horen in welk gebied hij moet tellen. Dan gaan we met de kijker op stap, lopen we door het veld en rijden eromheen. Om vervolgens de getelde vogels op een papiertje in te vullen. De ingevulde gegevens worden dan handmatig verwerkt en naar Erik Mus, onze telcoördinator, gestuurd. Erik is vervolgens weken bezig om te controleren of alle gegevens kloppen. En dat doen we dan allemaal nog een keertje over met de telcoördinatoren van de KNJV Noord-Holland en de FBE Noord-Holland.''

''In Avimap staan alle routes en telgebieden vooraf exact ingesteld. Je weet precies waar je moet zijn en wat je moet tellen. Je kunt geen fouten meer maken met de percelen en je kunt geheel conform het landelijke telprotocol te werk gaan. Je voert de data ter plekke in en slaat ze direct op. Erik ziet per teller meteen wat de resultaten zijn en ook de eventuele verschillen ten opzichte van voorgaande jaren. Als iedereen klaar is, ziet hij ook direct wat het totaal is. Dat scheelt heel veel werk!''

Samenwerken

“Voor mij was Avimap nieuw, maar ik begreep dat de app al jaren bestaat. We hebben veel hulp gehad van kundige mensen van SOVON en van Arnold Bregman, onze provinciale telcoördinator die ons hebben uitgelegd hoe de app werkt. Ook Natuurmonumenten op Texel heeft ons heel goed geholpen met de opzet van het tellen. Eerder hadden we daar weinig contact mee. Deze samenwerking heeft onze relatie verbeterd, en dat is prettig.”

Geen verbeterpunten

''Aan de pilot hebben zo’n 30 tellers meegedaan. Die waren allemaal even tevreden over Avimap. We zijn tijdens de evaluatie geen verbeterpunten tegengekomen. Van mij mag de app blijven zoals hij is. Ik ben benieuwd of ze het tellen met Avimap nu over heel Noord-Holland gaan uitrollen, mij lijkt dat een goed idee. En het zou wel mooi zijn als je met Avimap ook voor andere diersoorten tellingen kunt uitvoeren.''

Wat vindt telcoördinator Erik Mus van Avimap?

''Geweldig! Het is echt een enorme vereenvoudiging van de werkzaamheden. Het scheelt vele uren werk en het systeem is veel nauwkeuriger.''

Waarom wordt er geteld?

Voor de FBE zijn de tellingen van belang, om te bewaken of de staat van instandhouding niet in gevaar komt – dat is de ondergrens voor een gezonde populatie die zichzelf in leven kan houden. Deze ondergrens is door wetenschappers bepaald en bevat vele waarborgen. Zo wordt er bijvoorbeeld rekening gehouden met de gevolgen van vogelgriep en met de reproductie van ganzen. Als de ondergrens dreigt te worden worden bereikt, wordt afschot door de FBE stopgezet, zoals de afgelopen twee jaar bij de brandgans. 

Validatie met Avimap

Met Avimap kan je de telgegevens digitaal invoeren op iedere plek waar je ganzen ziet. Daardoor zijn de gegevens veel accurater. Ook zijn de data die vanaf 2016 zijn ingevoerd bekend in de app. Als je bijvoorbeeld in jouw telgebied een soort nog niet eerder hebt geteld, of je hebt een veel groter of kleiner aantal ingevoerd dan voorgaande jaren, krijg je een melding. Op deze manier kun je de ingevoerde data nog een keer checken en voorkom je fouten. Bovendien wordt de route vastgelegd. Als je een keer niet kan tellen en een ander neemt jouw telgebied over, kan degene dezelfde route volgen als jij. 

Betrouwbare data

Het telprotocol voor de julitelling is in 2012 in samenwerking met SOVON, provincies, FBE’s en jagersorganisaties tot stand gekomen. Op dit moment werken deze organisaties onder coördinatie van de FBE Noord-Holland samen aan een actualisatie. Hierdoor kunnen ervaringen van de laatste jaren worden meegenomen en kan worden voldaan aan de gestegen kwaliteitseisen. Gebleken is, dat de manier van tellen ruim voldoende kwalitatieve data oplevert om daar op provinciaal, landelijk en internationaal conclusies uit te trekken. De data uit deze telling worden bijvoorbeeld ook gebruikt in de modelberekeningen die internationaal worden gedaan door AEWA.  

Wat doet de FBE Noord-Holland met de verzamelde gegevens?

Betrouwbare data zijn belangrijk voor de onderbouwing van onze faunabeheerplannen en het monitoren van de uitvoering. De jaarlijkse tellingen zijn daarin essentieel: ze geven ons een goed beeld van de ontwikkeling van populaties. Groeien de populaties of krimpen ze juist? Moeten we maatregelen inzetten of niet? Een welke maatregelen zijn dan passend?”. Dit wordt vastgelegd in een rapportage. Zie hier de telrapportage van 2022.