Het lijkt zo logisch: meer ganzen eten meer gras, dus is er minder gras te oogsten voor de agrariër. Zo eenduidig lijkt het toch niet te zitten. Wetenschapper Nelleke Buitendijk werkte mee aan verschillende onderzoeken van NIOO-KNAW. Zoals het onderzoek naar de relatie tussen ganzen en grasschade.
“Uit mijn onderzoek blijkt dat meer ganzen, meer schade betekent. Maar die schade neemt niet evenredig hard toe. Er zijn nog meer factoren van invloed op de grasschade. Denk aan weersomstandigheden, de lengte van de dagen en andere grazers, zoals (woel)muizen.
Maar het belangrijkste nieuwe inzicht uit mijn onderzoek is, dat de tijd van het jaar een groot verschil maakt en dat schade nog kan toenemen nadat de ganzen het gebied hebben verlaten.”
In twee heldere blogs vertelt Nelleke er meer over. Daarin vind je ook de links naar de onderzoeksrapporten:
- Meer ganzen in de wei betekent niet altijd minder opbrengst
- De relatie tussen oogstvermindering en begrazingsdruk door ganzen: implicaties voor beheer
De FBE’s Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht, Flevoland en Zeeland werken samen aan een interprovinciaal faunabeheerplan Ganzen 2024-2030. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de meest recente onderzoeken op het gebied van ganzenbeheer.