Veelgestelde vragen

In Noord-Holland kunt u tijdens een wandeling een jager tegenkomen, ook in een natuurgebied. Deze jagers dragen bij aan het voorkomen van overlast en schade door wilde dieren (zoals ganzen) en aan het bestrijden van dieren die een bedreiging zijn voor de biodiversiteit, zoals de rosse stekelstaart (exoot).

Wat doet een jager?

Het werk van de jager bestaat uit verschillende activiteiten, die allemaal bijdragen aan het voorkomen van overlast door wilde dieren. Hij kan werende middelen inzetten, zoals het plaatsten van rasters of schriklinten. Ook kan hij dieren verjagen, bijvoorbeeld door het geluid van een roofvogel na te bootsen, met honden of met een knalapparaat. Dit doet hij vaak samen met de agrariër. Als het niet anders kan, zet hij afschot in. Dit laatste kan alleen een jager, en hiervoor gelden strenge regels.

Hieronder leest u twee voorbeelden van de bijdrage die jagers leveren aan vliegveiligheid en aan het voorkomen van schade aan landbouw en natuur in Noord-Holland. Hier leest u meer over de diersoorten die in deze provincie worden beheerd. In de faunakalender kunt u per diersoort zien aan welke regels een jager zich moet houden.

 

Voorbeeld: Bestrijden overlast van ganzen 

gans.jpg

Nederland is een ideale locatie voor ganzen, vooral in de provincie Noord-Holland. Alleen al in de zomer worden er hier meer dan 180.000 ganzen geteld. Dit komt door onze rijke agrarische graslanden (waar ganzen van eten) en onze waterrijke natuurgebieden (waar ganzen broeden).

Helaas richten ganzen schade aan. Doordat zoveel ganzen van gras, riet en beschermde kruiden eten beschadigden ze de natuur. Ze verdringen andere vogels en zorgen dat de rietkragen niet dik genoeg zijn om veilig in te kunnen broeden. Ook poepen ganzen elke 3 minuten waardoor ze kwetsbare natuur en oppervlaktewater vervuilen.

Ook de landbouw heeft veel schade van ganzen. Oogsten worden opgegeten en graslanden worden ondergepoept waardoor ze onbruikbaar worden. De schade aan de landbouw bedroeg in 2021 maar liefst 10 miljoen euro. Tot slot vormen ganzen rondom Schiphol een gevaar voor de vliegveiligheid.

 

Voorbeeld: Bestrijden van exoten

rekelstaart.jpg

Exoten zijn dieren die van nature niet in Nederland voorkomen. Neem bijvoorbeeld de rosse stekelstaart. Die komen uit Noord-Amerika en werden vroeger vaak als siervogel gehouden. Een aantal dieren is ontsnapt en heeft zich in het wild voortgeplant, vooral in Noord-Holland. Hier vormen ze een bedreiging voor andere vogels. Zo verdringen zij de witkopeend, die hier wel van nature voorkomt. Daarom is de rosse stekelstaart aangemerkt als invasieve exoot en heeft de provincie opdracht gegeven om deze eenden af te schieten.

 

 

Ja, dat kan. Hij of zij is aan het jagen. Jagen gebeurt om twee redenen, namelijk schadebestrijding of benutting. Benutting noemen we jacht. Met de jacht wordt in Nederland het jagen op de vijf wildsoorten bedoeld. Fazant, konijn, houtduif, haas en wilde eend mogen door jagers in het jachtseizoen worden bejaagd. Schadebestrijding is het voorkomen van maatschappelijke schade door wilde dieren. Lees meer >

Wilde dieren mogen niet zomaar verstoord worden bij overlast. Neem bij overlast binnen de bebouwde kom contact op met de gemeente. Neem bij overlast buiten de bebouwde kom contact op met de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord. Zij zullen de situatie beoordelen en eventueel toestemming verlenen om de dieren te verstoren.

Kijk eerst welke preventieve maatregelen je kan nemen op de website van BIJ12. Als dat niet voldoende is kun je contact opnemen met de omgevingsdienst of een jager inschakelen. Lees meer >

Natura-2000 is een netwerk van beschermde natuurgebieden in Europa. Voor ieder gebied zijn doelen opgesteld, de zogeheten instandshoudingsdoelstellingen. Bijvoorbeeld het behouden van bepaalde planten, dieren of landschappen. Op de website van Natura 2000 staat meer over deze natuurgebieden.

Voordat in een gebied dieren worden gedood, wordt er eerst een onderzoek uitgevoerd. In deze toets wordt gekeken of de natuur verstoord wordt met de maatregelen, en of de doelen van het gebied in de knel komen. Als de toets uitwijst dat het faunabeheer geen sterke negatieve effecten heeft, kan er een vergunning worden aangevraagd, of worden de resultaten verwerkt in het beheerplan voor dat gebied.

Voor uitvoerders en grondgebruikers

Het Ministerie van LNV heeft bepaald dat er soorten zijn die in heel Nederland schade veroorzaken en daarom op landelijke vrijstellingslijst staan (art. 3.15 lid 1 Wnb juncto art. 3.1 Bnb). Dat betekent dat men deze soorten op basis van de Wet natuurbescherming jaarrond mag doden, vangen en opzettelijk verstoren t.b.v. het bestrijden van schade aan gewassen, vee, bossen, visserijen/visgronden, wateren, en flora en fauna. Dit geldt voor zowel actuele als dreigende schade.

De Wet natuurbescherming biedt de mogelijkheid dat door het provinciaal bestuur soorten worden vrijgesteld die op provinciaal niveau belangrijke schade aanrichten (art 3.15 lid 3 Wnb).

Dat betekent dat de grondgebruiker (art. 3.15 lid 4 Wnb), of degene aan wie namens hem toestemming is verleend (d.m.v. een grondgebruikersverklaring aan nestbehandelaar respectievelijk jager) (art. 3.15 lid 7 Wnb) ter voorkoming en bestrijding van belangrijke schade aan gewassen:

  1. Nesten en eieren mag rapen, opzettelijk vernielen, beschadigen en wegnemen (dit geldt voor brandganzen, grauwe ganzen, kolganzen en knobbelzwanen), en  t.a.v. brandgans is het ook toegestaan om voortplantings-plaatsen of rustplaatsen te beschadigen of te vernielen;
  2. Ter ondersteuning aan verjaging opzettelijk mag doden en brandganzen ook opzettelijk mag verstoren.
    Dit geldt per soort voor bepaalde schades (gewassen) en bepaalde perioden.

De provinciale vrijstellingen zijn opgenomen in de Omgevingsverordening van Noord-Holland.

Bij het gebruik maken van een provinciale vrijstelling of een ontheffing is de uitvoerder verplicht vooraf een melding te maken. Voor het doen van een melding is het formulier beschikbaar op de website van de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord. Na het invullen van genoemd formulier volgt een ontvangstbevestiging, zodat de melder ook tastbaar bewijs heeft van zijn melding.

Provinciale vrijstelling

Bij het gebruik maken van de Omgevingsverordening NH2020 (provinciale vrijstelling) is slechts eenmalig een zgn. ‘melding vooraf’ nodig. Deze melding blijft gedurende de hele schadegevoelige periode geldig. De bewaartermijn voor de verstrekte gegevens bij deze melding is een half jaar of zo lang de melding van toepassing is.

Ontheffing

Bij het gebruik maken van de door de FBE afgegeven machtiging, voor het gebruik maken van een aan de FBE afgegeven ontheffing, is het vereist om wekelijks vooraf te melden bij de Omgevingsdienst. Deze melding blijft geldig gedurende de week van uitvoering (maandag t/m zaterdag of zondag). De bewaartermijn voor de verstrekte gegevens bij deze melding is een week.

 

Op basis van de wettelijke verplichting (art. 3.13 lid 1 Wnb) dient de uitvoerder het aantal behandelde nesten en eieren en de jachtaktehouder het afschot te rapporteren aan de FBE. Dit geldt voor de jachtsoorten, de landelijke vrijstelling, de provinciale vrijstelling, de provinciale ontheffingen en de provinciale opdrachten.

In Noord-Holland dient rapportage aan de FBE digitaal plaats te vinden via FaunaSpot, direct na de handeling. Dit is de enige manier waarop de FBE de rapportages verwerkt. Deze rapportages zijn van zeer groot belang voor de onderbouwing van de uitvoering en de transparantie van het handelen.

Informatie over het rapporteren van nestbehandeling staat in deze handleiding.

Volgens de Provincie is een kwetsbaar gewas: 

  1. kwetsbaar gewas: de onder ‘landbouw’ en ‘vollegrondsgroenteteelt’ beschreven teelten, met uitzondering van niet kwetsbare gewassen.
  2. niet-kwetsbaar gewas: weide-, hooi- of graszaadpercelen waarvan het grasgewas minimaal zes maanden oud is en granen en graszaad vanaf afrijping (vanaf 1 juni)
  3. landbouw: akkerbouw, weidebouw, veehouderij, pluimveehouderij, tuinbouw - daaronder begrepen fruitteelt en het kweken van bomen, bloemen en bloembollen - en elke andere vorm van bodemcultuur in Nederland.
  4. vollegrondsgroenteteelt: de teelt in open grond van groentegewassen.

 

*Bij twijfel of een gewas onder kwetsbaar gewas valt, neem contact op met de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord.

(bron: Omgevingsverordening 2020)

Voor de brandgans geldt een provinciale vrijstelling. Deze vrijstelling mag gebruikt worden om brandganzen te verjagen, om zo lokaal schade te bestrijden. Ook mag de brandgans bestreden worden rondom Schiphol. De voorwaarden staan in de faunakalender.

Hoewel de brandgans is opgenomen in Besluit OD.357591, mag er geen populatiebeheer worden uitgevoerd. Dat betekent dat er geen koppelreductie, nestbehandeling of afschot mag worden uitgevoerd onder de voorwaarden die in het besluit genoemd worden. De populatie hoeft op dit moment niet verkleind te worden. In juli wordt de populatie geteld en zal de situatie opnieuw beoordeeld worden.

 

Afhankelijk van verschillende uitbraken kunnen de regels per gebied verschillen.

Op de websites rijksoverheid.nl en wur.nl staan updates en veelgestelde vragen.

Uitbraak van vogelgriep

Op rijksoverheid.nl kun je een kaart bekijken met de locaties en gebieden waar op dit moment maatregelen gelden. Zoek op postcode naar specifieke locaties. Deze kaart geeft ook de zones en gebieden aan waar tijdelijk extra maatregelen gelden.

Op rijksoverheid.nl vind je onder het kopje ‘Nieuws’ ook links naar de specifieke plaatsen waar vogelgriep is vastgesteld.

Klik op de naam van het betreffende gebied. Daar staat alles wat je moet weten over o.a.:

  • het vervoersverbod
  • landelijke maatregelen
  • kaarten m.b.t. vervoersbeperkingsgebied 3 km en 10 km
  • Regeling maatregelen beschermings- en bewakingszone hoogpathogene vogelgriep

Je kunt je via rijksoverheid.nl abonneren op de nieuwsbrief t.a.v. de vogelgriep, zodat je direct op de hoogte bent van een eventuele nieuwe uitbraak in Noord-Holland.

Wordt bij vogels van een hobbydierhouder vogelgriep vastgesteld? Dan lees je dat op de website van de NVWA.

Intrekking maatregelen van vogelgriep

Intrekking van de maatregelen van de Vogelgriep verloopt via een Ministeriële Regeling, de zgn. ‘Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit tot intrekking van de Regeling maatregelen bewakingszone hoogpathogene vogelgriep’.

Die documenten staan op de website rijksoverheid.nl en kun je via een zoekopdracht vinden.

Intrekking van maatregelen vogelgriep wordt ook gepubliceerd in de Staatscourant, op de website Overheid.nl. Je kunt je via Overheid.nl abonneren op de Officiële bekendmakingen die voldoen aan je zoekvraag t.a.v. de vogelgriep, zodat je direct op de hoogte bent van een eventuele intrekking van de maatregelen.

Vragen over de uitbraak van vogelgriep

Bedrijven en particulieren zoals hobbyhouders kunnen vragen hebben over de uitbraak van vogelgriep. Voor informatie kunnen zij bellen met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). Het telefoonnummer is 088 042 42 42.

Tegemoetkoming schade

T.a.v. de tegemoetkoming schade voor grondgebruikers heeft BIJ12 aangegeven rekening te houden met hetgeen de Rijksoverheid hierover heeft bepaald. Voor meer informatie, neem contact op met BIJ12, afdeling Faunazaken, telefoonnummer 085 486 22 22.

Volgens de wet mag je niet zomaar een schot in de lucht lossen. Als je enkel dieren wil verjagen, kan dat met andere middelen, zoals honden of vogelafweerpistolen. 

Wel mag je een aantal vogelsoorten verjagen door middel van verjaging met ondersteunend afschot. Een groep vogels wordt dan verjaagd door een of enkele dieren te schieten. Dit registreer je in FaunaSpot onder afschot. Het kan het natuurlijk voorkomen dat een schot mist. Als dit het geval is, kun je alsnog in FaunaSpot registreren. Kies dan bij de registratie verjagen > schot gelost, geen dier gedood. Agrariërs kunnen deze registraties gebruiken bij een verzoek tot schadetegemoetkoming.