Snel antwoord op je vragen
Faunabeheereenheid
Noord-Holland
Home > Over faunabeheer > Dilemma’s
Het afwegen van de belangen van mensen, ecologie, biodiversiteit en wilde dieren is vaak ingewikkeld. Ook in Noord-Holland spelen complexe vraagstukken die om oplossingen vragen, zoals overstekende reeën, ganzen op landbouwgronden en bij Schiphol of vossen in weidevogelgebieden.
Reeën zijn schitterende dieren en ze zijn in ons land wettelijk beschermd. Het aantal reeën neemt de afgelopen vijftig jaar toe, en tegelijkertijd komen er steeds meer wegen. Dit zorgt voor meer aanrijdingen. Jaarlijks worden in Nederland meer dan 10.000 reeën aangereden. Dit veroorzaakt dierenleed, verkeersonveiligheid en financiële schade.
In Noord-Holland vinden echter relatief weinig aanrijdingen plaats. We zien daarom geen aanleiding om de Noord-Hollandse reeënpopulatie te verkleinen. Het verminderen van aanrijdingen kan immers ook nog op andere manieren. Zo bieden natuurbruggen een veilige oversteek en zijn langs veel wegen hekken geplaatst.
We kiezen voor lokaal maatwerk. Elektronische wildwaarschuwingssystemen, hogere hekken, een gericht bermbeheer zodat reeën en automobilisten beter zicht hebben en een lagere rijsnelheid. Ons Faunabeheerplan Ree geeft een overzicht van mogelijke maatregelen voor terrein- en wegbeheerders.
De vos hoort thuis in de Nederlandse natuur. Maar hij stelt ons wel voor een dilemma: wat doen we met de vos in de buurt van broedende weidevogels? Mede door de intensivering van de landbouw gaat het niet goed met de weidevogels in ons land. De resterende populaties zijn nu kwetsbaar voor predatoren als steenmarters, ratten, katten en vossen.
Om vossen te weren, worden elektrische rasters geplaatst. Deze preventieve maatregel is echter niet overal mogelijk en vaak weten vossen het raster alsnog te passeren. Daarom worden vossen in en rond weidevogelgebieden ook bejaagd. In het Faunabeheerplan Vos staat het hele pakket aan maatregelen waarmee grondbroedende weidevogels beschermd kunnen worden tegen de vos.
Ganzen horen bij ons land. Ze zijn niet alleen prachtig om te zien, ze zijn ook belangrijk voor ons ecosysteem. Zo voorkomen ze bijvoorbeeld met hun graasgedrag op veel plekken dat open water dichtgroeit. De manier waarop Nederland is ingericht, is zowel voor de stand- als de trekganzen ideaal. Er is veel natte natuur, waar ze kunnen rusten en broeden. En er is meer dan voldoende voedsel op de graslanden en akkers met vollegrondsgroenten zoals sla, bieten, bonen, wortelen en broccoli.
Grote ganzenpopulatie
Deze gunstige omstandigheden hebben geleid tot een zeer grote en stabiele ganzenpopulatie in ons land. Jaarlijks worden bijvoorbeeld meer dan 500.000 grauwe ganzen en meer dan 60.000 brandganzen waargenomen gedurende de juli-tellingen (telling 2023). In de winter wordt de populatie standganzen aangevuld met trekganzen die naar Nederland komen om hier te overwinteren. Het aantal ganzen loopt dan op het hoogtepunt op tot wel 2.5 miljoen.
Toegenomen schade en risico’s
Met het grote succes van de ganzen is de schade aan landbouwgewassen en natuur sterk toegenomen en nemen de risico’s voor het vliegverkeer toe. In 2023 werd in heel Nederland een bedrag van € 36.034.562 uitgekeerd als tegemoetkoming in de gewasschade; de werkelijke schade ligt hoger.
Ook in natuurgebieden veroorzaken ganzen schade door overbegrazing en verslemping (plattrappen) van oevervegetaties, rietlanden en kruidenrijk grasland, waardoor de broedhabitat van een groot aantal zeldzame vogelsoorten in gevaar komt.
Naast schade aan landbouw en natuur zijn er risico’s voor de vliegveiligheid. Het aanvaringsrisico tussen vliegtuigen en ganzen (of grote vogels in het algemeen) is niet in cijfers uit te drukken omdat veel complexe factoren daarbij een rol spelen. De consequenties van een vogelaanvaring zijn soms beperkt tot lichte schade, maar kunnen ook catastrofaal zijn.
Ganzenplan
De provincie Noord-Holland wil de schade en risico’s die ganzen veroorzaken fors reduceren. Alle betrokken partijen – overheden, landbouw, grondeigenaren, natuurbescherming – zijn het erover eens dat populatiereductie, oftewel het doden van ganzen, daarvoor onontkoombaar is. Samen met de wildbeheereenheden en schadebestrijders (jagers) zetten we in op beheer in het voorjaar en meer maatwerk per gebied. Met deze aanpak streven we ernaar om op lange termijn minder ganzen te doden, kunnen we meer rust garanderen in de natuurgebieden en neemt de schade aan gewassen en natuur af.
De beheermaatregelen en hun onderbouwing staan in het Faunabeheerplan Ganzen, ook wel genoemd het Ganzenplan.