Wilde dieren zijn niet altijd overal welkom. Als ganzen bloemkolen opeten, of vossen eieren roven in een weidevogelgebied, kan er schade ontstaan. Er zijn verschillende mogelijkheden om schade te beperken of te voorkomen.
De eerste stap is altijd het inzetten van preventieve maatregelen, zoals verjagen of het plaatsen van rasters. Op de website van BIJ12 staat per diersoort beschreven welke preventieve maatregelen mogelijk zijn.
Wanneer preventieve middelen niet genoeg zijn om schade aan landbouw of natuur te voorkomen en er geen alternatieven zijn, dan kan er in sommige gevallen gekozen worden voor het doden van dieren. Hiervoor gelden strenge regels. In de faunakalender staat welke maatregelen per dier zijn toegestaan, en wanneer ze ingezet mogen worden. Let goed op: de regels verschillen per diersoort, per gewas en per risico voor de vliegveiligheid.
Preventieve maatregelen mogen door iedereen worden uitgevoerd. Voor het doden van een dier met een geweer is een jachtakte verplicht. Als je deze zelf niet hebt, kun je een jager inschakelen. Neem hiervoor contact op met de lokale wildbeheereenheid (WBE). Deze kaart geeft een overzicht van de WBE’s in Noord-Holland.
Als de bestaande maatregelen niet voldoende zijn om de schade te voorkomen, kun je contact opnemen met de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord. Zij beoordelen de situatie en verlenen eventueel een op maat gemaakte ontheffing.
Bij faunaschade heb je in sommige gevallen recht op schadetegemoetkoming. Bijvoorbeeld als er geen mogelijkheden bestaan om een dier te verjagen. Op de website van BIJ12 staat meer informatie over deze tegemoetkoming. Meld de schade in ieder geval binnen 7 dagen op www.faunaschade.nl, ook als je geen recht hebt op schadetegemoetkoming.
