Ganzen horen bij Nederland. Maar inmiddels zijn de aantallen zo groot, dat ze schade veroorzaken aan landbouw en natuur, en ook de vliegveiligheid is in het geding. Wanneer preventieve maatregelen onvoldoende helpen, wordt afschot ingezet. Alleen al in Noord-Holland werden in 2023 ongeveer 40.000 ganzen gedood. Een deel van deze ganzen wordt benut voor consumptie: als specialiteit in restaurants, of als lekkernij op tafel thuis. Maar het overgrote deel wordt vernietigd. Zonde!
Onderzoek naar afzetmogelijkheden
In 2022 verscheen het rapport ‘Een vette gans bedruipt zichzelf’. Daarin staan de resultaten van een onderzoek naar afzetmogelijkheden dat de FBE Noord-Holland liet uitvoeren door economische adviesbureaus en een grondstoffenexpert. Op basis van die resultaten werd een vervolgonderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden voor een ‘positieve business case’. Anders gezegd: kan de gans zó verwerkt worden, dat dat rendabel is? Dit tweede rapport is nu ook gepubliceerd.
Aanleiding onderzoek
De FBE Noord-Holland wil eraan bijdragen dat er verantwoord wordt omgegaan met gedode ganzen. Ook vanuit maatschappelijk draagvlak is het belangrijk dat deze ganzen zo duurzaam mogelijk worden benut. Het uitgangspunt is dan ook ‘vierkantsverwaarding’. Dat betekent dat alle onderdelen van de gans zo goed en duurzaam mogelijk worden gebruikt. Van kop tot kont.
Kansen en uitdagingen
Uit de onderzoeken blijkt dat er kansen zijn, maar vooral ook flinke uitdagingen. Ganzenvlees verwerken tot diervoeder lijkt bijvoorbeeld minder rendabel dan verwerking tot consumptievlees. Het is mooi en smakelijk vlees dat daar prima geschikt voor is, als alternatief voor vlees van gehouden dieren. Ganzenvlees is echter nog onbekend bij de consument, en onbekend maakt onbemind. Er is veel promotie nodig en het zal tijd kosten om die vraag te vergroten.
Daarnaast zijn er tal van andere hobbels. Denk aan het vervoer van gedode ganzen vanuit het veld naar gekoelde ruimtes. Op dit moment zijn er slechts enkele plekken in Noord-Holland waar geschikte koelcellen beschikbaar zijn; meestal te ver voor de vrijwillig werkende schadebestrijder. Bovendien moeten zij vaak voor betalen voor het afleveren van hun afschot, nog een belangrijke drempel.
Hoe nu verder?
Om ganzen in hun geheel duurzaam te verwaarden zijn investeringen nodig die de keten zelf niet kan dragen. De businesscase laat zien dat een lange adem nodig is (> 10 jaar) én dat financiële overheidssteun nodig is. De rapporten bieden ondernemers en organisaties de mogelijkheid om gezamenlijk een plan te maken waarmee vierkantsverwaarding haalbaar wordt. Voor zo’n plan zijn diverse subsidies beschikbaar. In bijlage 4 van ‘Een vette gans bedruipt zichzelf deel II’ is een overzicht te vinden van de beschikbare subsidiemogelijkheden.
Wilde ganzen bieden met waardevol vlees en bruikbare restproducten een mooie kans tot verduurzaming. De FBE Noord-Holland moedigt bedrijven en (overheids-) organisaties dan ook aan om hiermee aan de slag te gaan, en vertrouwt erop dat de rapporten hier waardevolle bouwstenen voor zijn.