Afschot van ganzen levert soms een ongewenst neveneffect op: een deel van de gebruikte hagel kan ganzen raken, die daardoor verwond worden maar niet sterven. Soms blijkt bij een latere vangst dat ganzen jarenlang met die hagel blijven rondvliegen. Dat roept vragen op. Om hoeveel aangeschoten ganzen gaat het? Welk effect heeft het aanschieten van ganzen op hun overleving, hun gezondheid en de populatie-ontwikkeling? Sander Moonen van Wageningen Environmental Research (WENR) doet daar onderzoek naar, in opdracht van BIJ12 .
Sander werkt voor het team Dierecologie van WENR en doet van daaruit veel onderzoek naar ganzen, vooral naar de brandgans en de grauwe gans. Deze worden gevangen en geringd, waarna aan de hand van modellen wordt berekend hoe populaties zich ontwikkelen. Voor het verzamelen van data en het ontwikkelen van modellen werkt WENR samen met SOVON, Vogeltrekstation, NIOO, faunabeheereenheden en jagersverenigingen.
Effect van hagel op ontwikkeling en gezondheid
WENR doet ook onderzoek naar de effecten van aanschot, verspreid over zoveel mogelijk verschillende locaties. “Voor een goede steekproef hebben we per locatie minimaal 50 ganzen nodig. Daarom is het handig om mee te gaan met de jaarlijkse ruivangstactie in Noord-Holland”, aldus Sander.
“Aan de vogels die wij onderzoeken, zie je van de buitenkant niets. We ringen ze, meten de grootte van de kop, we wegen de dieren en we maken een röntgenfoto. De vogels waarbij we hagel aantreffen, hebben daar blijkbaar mee leren omgaan. Vanuit ethisch oogpunt is het natuurlijk van belang dit aanschot zo laag mogelijk te houden. Maar we willen ook weten wat het doet met hun functioneren. Aan de hand van dit onderzoek willen we bijvoorbeeld achterhalen of ze minder grote afstanden afleggen. Dat zegt iets over hun conditie.”
Dierenleed voorkomen
“Aanleiding voor dit onderzoek was een eerder onderzoek uit Denemarken*. Daar zijn data verzameld waaruit bleek dat meer dan een derde van de ganzen rondvliegt met hagel. Toen heeft men daar met faunabeheerders om tafel gezeten en besproken hoe aanschot kan worden voorkomen. Van daaruit zijn cursussen ontwikkeld voor jagers, waarin een aantal factoren is aangepast. Denk vooral aan het schieten van een kortere afstand; bij een afstand van meer dan 25 m tussen jager en ganzen is de kans op aanschot veel groter dan als op kortere afstand wordt geschoten. Na enige tijd is er toen opnieuw gemeten hoeveel ganzen met hagel er rondvlogen. Dat bleken er veel minder te zijn. De nieuwe manier van afschot had dus goed gewerkt.”
Sander heeft bij het geven van presentaties gemerkt dat ook in Nederland vanuit de jagers veel interesse is voor die andere manier van afschot, zodat dierenleed zoveel mogelijk kan worden voorkomen. Mogelijk kan er in de toekomst ook in Nederland een verbetering zoals in Denemarken plaatsvinden.
Onderzoeksresultaten
“Voor de brandgans hebben we inmiddels een grote dataset verzameld en gaan we starten met analyses. Die analyses zijn heel complex. Er zijn verschillende onderzoekers bij betrokken. Het idee is dat we eerst een algemeen artikel publiceren waarin wordt weergegeven wat het percentage aanschot van verschillende ganzensoorten in Nederland is, en waarin we een vergelijking maken met andere landen.
Vervolgens willen we ook kijken naar de invloed van hagel op de lichamelijke conditie en het functioneren van ganzen. Omdat we voor brandganzen op dit moment de grootste dataset hebben, bekijken we eerst of onze dataset voor deze soort voldoet om een goede analyse uit te voeren. Als dat zo is, zal onderzoek naar de invloed van aanschot op de grauwe gans snel volgen.”
De FBE Noord-Holland zal de verschillende rapportages in het kader van dit onderzoek publiceren op haar website, en erover schrijven in deze nieuwsbrief.
Waarom de FBE Noord-Holland dit onderzoek steunt
Patty Laan, directeur FBE Noord-Holland:
“Faunabeheer, van preventie tot afschot, levert dilemma’s op. Het is een complex werkveld en de meningen zijn vaak sterk verdeeld. De FBE Noord-Holland doet er alles aan om haar wettelijke taak binnen de gegeven beleidskaders op een zo verantwoord mogelijke wijze uit te voeren. Daarom investeren wij veel in dataverzameling (onder andere via FaunaSpot) en in onderzoek. Ook werken wij graag mee aan het verzamelen van data voor onderzoek van andere partijen, zoals dit onderzoek van WENR.
Met gedegen onderzoek willen wij de verantwoordelijke overheden en maatschappelijke organisaties bewegen tot beter beleid en uitvoering. Het voorkomen en beperken van dierenleed is daarbij een belangrijk aspect. De uitkomsten van het Deense onderzoek hebben we twee jaar geleden gedeeld met de KNJV. We roepen hen op om de ervaringen uit Denemarken ook in Nederland toe te passen, zodat er minder ganzen aangeschoten zullen worden. Ik ben blij van Sander te horen dat daar vanuit de jagers zelf in elk geval veel interesse voor is!”